De forse schuldsanering van Griekse staatsleningen zit nog vers in het
geheugen, maar het wordt steeds duidelijker dat zelfs een kwijtschelding
(door private marktpartijen) van tachtig procent onvoldoende was.

Griekenland bezwijkt onder de combinatie van een hoge staatsschuld en een
verouderde economie zonder verdienkracht. Voor de korte termijn drogen de
ingezette (en noodzakelijke) bezuinigingen en hervormingen deze economie
verder uit.

De beschuldigende vingers richting corrupte en luie Grieken zijn begrijpelijk.
De fundamentele oorzaken achter de euro- en de kredietcrisis gaan echter
veel verder dan Griekenland.

Democratie eist schulden

Om herkozen te worden, voelen politici zich genoodzaakt kiezers te paaien.
Sociale vangnetten en subsidies horen nu eenmaal in een beschaafd land. Het
blijkt echter een universeel probleem dat het gemakkelijker is geld uit te
delen dan binnen te halen.

Er zijn daarom nauwelijks landen te vinden waarbij de overheid geen
begrotingstekort heeft. Dit is geen nieuw fenomeen, hoewel de kredietcrisis
(toen banken moesten worden gered door overheden) dit heeft verergerd.

Inmiddels is de staatschuld van de Europese Unie en de Verenigde Staten
ongeveer even groot als het bruto nationaal product. In Japan is de schuld
zelfs ruim het dubbele van wat ze jaarlijks verdienen. De sterk toenemende
verplichtingen (zorg, pensioenen) verbonden aan de opkomende vergrijzing
zijn daarin nog niet eens opgenomen.

Hoe langer de recessie aanhoudt, des te pijnlijkere maatregelen overheden
moeten nemen om de begrotingstekorten niet te laten ontsporen. Uiteindelijk
wordt een punt bereikt waarbij het voor sommige landen aantrekkelijker wordt
het Griekse voorbeeld te volgen.

Beleggers in staatsobligaties moeten dan een veer laten en genoegen nemen met
een gedeeltelijke wanbetaling. De route via een escalerende inflatie lijkt
op papier eleganter dan een schuldsanering, maar komt voor veel beleggers op
hetzelfde neer. Bij terugbetaling van de lening, kun je er minder broden
voor kopen.

Leven op de pof

In de afgelopen decennia bleken steeds meer consumenten - ook buiten de
Verenigde Staten - te bezwijken onder de verleidingen van de
consumptiemaatschappij. Geld uitgeven alvorens het te verdienen werd
gemeengoed. Grote groepen consumenten staan flink in het rood. Naast het
consumptief krediet, is stevig geleend voor de aanschaf van de woning.

Allemaal geen probleem, totdat baanverlies dreigt. Wanneer bovendien de woning
zover in waarde daalt dat bank zenuwachtig wordt over het onderpand van de
hypotheekschuld, is de ellende niet te overzien. Nu de vastgoedcrisis
voortduurt, zullen ook veel daaraan gerelateerde schulden moeten worden
afgewaardeerd.

De kantorenmarkt is daarbij verder dan die van de woningen. Het begint met
afwaarderingen van het onderpand, vervolgens moeten financiers vrezen voor
terugbetaling van de schulden. Schuldsanering is dan het eindstation.

Banken spelen bij dit alles een centrale rol, als financier van consumptieve
kredieten, maar vooral ook van woningen en commercieel vastgoed.
Afwaarderingen komen bij banken extra hard aan. Gezien het lage eigen
vermogen, kan dit resulteren in een sanering van de bank zelf.
Achtergestelde obligaties van de bank zijn daarbij voor de hand liggende
offers.

Bedrijven verstandiger

In tegenstelling tot landen, banken en sommige consumenten lijken de meeste
bedrijven veel beter gewapend tegen aanstaande schuldsaneringen.

Een onderneming streeft van nature al naar het behalen van rendement op
vermogen. Leningen moeten alleen worden aangegaan indien ze naar verwachting
(veel) meer opleveren dan de rentekosten.

Maar voor zover ondernemingen al niet beseften dat een gezonde
kapitaalstructuur essentieel is, hebben ze de kredietcrisis aangegrepen om
de balans te versterken. Winsten werden toegevoegd aan het eigen vermogen,
kasstromen vloeiden letterlijk naar de kas en leningen werden
geherfinancierd voor een langere periode.

Hoewel ook bedrijven zullen lijden bij een voortwoekerende crisis, kunnen
landen, banken en consumenten veel van hen leren.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters
(VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Lees ook:

Meer analyses van Errol Keyner

Volg de markten op Z24 Beurs

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl